Vrijdag 8 April.

Ik heb Wim nog steeds niet verteld dat ik bij Ruud ga koken. Ik weet ook niet hoe ik dat
brengen moet. Ik heb afgesproken dat ik woensdag al begin met koken voor ons twee.

Ik hoop echt dat me voor die tijd iets invalt en dat hij niks merkt, wel vroeg hij gisteren wanneer we samen weer iets leuks gingen doen. Hij wil een keer in de week met mij ergens naar toe en ik mag zelf bepalen waarheen. Hij bedoelt het goed, maar ik heb daar totaal geen trek in. Ik zit met mijn hoofd bij Ruud.

Gisteren maakte ik iets leuks mee. Ik moest boodschappen doen en net toen ik de winkel instapte sprak een man mij aan. “Hallo,” begroette hij me vriendelijk.

“Misschien een domme vraag, maar ik ken u ergens van, maar ik weet niet meer waarvan.”

Ik lachte vriendelijk. “Dat zou best kunnen, maar ik weet het echt niet, ik ken u in elk geval niet.” Dat ik hem wel kon hield ik voor me omdat ik hem niet in verlegenheid wilde brengen.

Het was die man die wat toiletpapier mee naar huis wilde nemen omdat zijn vrouw thuis niks meer had. Maar, dat hield ik maar voor me. Ik pakte een mandje en liep verder, die vent achter me aan. “Misschien,” begon hij, “kunt u me helpen,” zei hij terwijl hij ook een mandje pakte, “Mijn vrouw is met een paar vriendinnen weg, gewoon een paar dagen, zo’n vrouwending, u kent dat wel.” Ik knikte en liep door, die man dus ook. Ik begon langzaam mijn mandje te vullen, groenten, broodbeleg, vlees en probeerde niet naar die man te kijken, maar hij bleef naast me lopen. “Morgen komt ze weer naar huis en nu heeft ze me een appje gestuurd met de opdracht wat boodschappen te doen. Ik heb hier een lijstje waar alles opstaat. Dat is niet zo moeilijk, maar ik moet, of liever wil ook de was weg hebben voordat ze thuis komt, als verrassing, begrijpt u?”

Ik knikte en liep verder in de hoop dat hij me met rust liet. Maar, het hielp niet veel, want hij liep met me mee en ging rustig verder. “Wat die was betreft, ik weet niet hoe ik zo’n machine moet bedienen en nu vraag ik me af of u dat voor me zou willen doen. Tenminste als u tijd hebt. U hoeft het niet voor niets te doen.”

Ik bleef stilstaan en schudde mijn hoofd. “Sorry, maar daar heb ik geen tijd voor. Trouwens, op iedere wasmachine staat een programma, voor de witte was en voor de bonte was. Dat is heel gemakkelijk: ze zeggen niet voor niets: ‘Een kind kan de was doen.’ Dus moet het u ook lukken.”

“Ja, maar, het kan ook anders.” Hij keek even om zich heen, deed een stap naar voren en zei:”Als u dat nu voor me komt doen kunnen we misschien samen iets leuks doen.

U zet de wasmachine aan en terwijl die draait geef ik u een beurt. Geen wasbeurt, maar een neukbeurt. Wat vindt u daarvan?”

Heel even dacht ik dat hij een grapje maakt, maar toen ik hem aankeek zag ik dat hij het meende.

“Weet u,” zei ik terwijl ik een stap naar voren deed. “Ik heb u net uitgelegd hoe u de wasmachine moet bedienen, als u dat kunt, kan u ook zichzelf bedienen. Goede middag!”

Ik draaide me om en liep door richting kassa. Wat hij gedaan heeft weet ik niet, wel, dat ik hem niet meer gezien heb!

Please follow and like us:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *