Slot.
Een andere goede kennis had twee puberende zonen én twee honden. Ze leefden gezellig met elkaar en konden goed door een deur. De honden werden net als de zonen goed verzorgd en regelmatig uitgelaten. De oudste van de twee zonen spaarde voor een nieuwe fiets en omdat dat met een beetje zakgeld niet erg opschoot, ging hij op zoek naar een bijbaantje.
Na enig speurwerk vond hij iets geschikts, hij mocht reclamefolders rondbrengen. Helemaal Happy ging hij op pad, niet met de fiets ‘’ Die moest nog komen!’’ nee, gewoon met de benenwagen. Het zonnetje scheen en hij ging ervoor, uitgezwaaid door moeders. Na ongeveer een half uurtje lopen voelde hij aandrang. Maar een echte vent doet net alsof hij niks voelt. Stug liep hij door, straat in, straat uit, van de ene brievenbus naar de andere. Als hij stevig doorliep en het nog even volhield haalde hij het net. Maar… de aandrang werd alsmaar erger. Naar huis gaan? Nééé. Stug blijven doorlopen. Nog één straat en hij was klaar voor die dag. Tja en die haalde hij niet, net op het eind ging het mis. Hij voelde de hoop stront zo zijn onderbroek inglijden. Wat een pech! Met de moed in de schoenen én een volle onderbroek toog hij huiswaarts. Moeders was niet blij toen ze het hoorde en rook. Of ze de boel zelf heeft schoongemaakt, weet ik niet. Ik denk het niet! De jongen heeft nog heel veel reclamefolders rond gebracht, maar nooit meer in zijn broek gescheten!
De andere zoon had jaren later ook een krantenwijk. Elke zondagochtend mocht hij het zondagsnieuws rondbrengen. Weer of geen weer, hij moest vroeg op, want de krantjes moesten op tijd bij iedereen in de brievenbus liggen. Moeders lag dan nog in bed te stinken, samen met vader. Ze stond wel altijd op tijd op om de honden uit te laten. Die waren inmiddels al een dagje ouder en soms; nou nee, regelmatig, ging er weleens iets mis. Dan stond moeders op en vond een verrassing, meestal voor de voordeur, soms ergens anders. De hond keek niet zo nauw, die scheet gewoon waar hij stond. Dat is dan het voordeel van hond zijn. Die doen niet moeilijk.
Op een ochtend stond ze nietsvermoedend op en liep naar beneden om de hond uit te laten. Hij zat niet, zoals gebruikelijk, in de gang op haar te wachten. Verbaasd liep ze door naar de keuken, ook niks. Ze zag niks, maar rook wel iets, ongerust liep ze naar de bijkeuken en bleef van verbazing op de drempel staan. Daar midden in die bijkeuken stonden de schoenen van haar zoon. Niet gewoon, nee, een was leeg en de ander lag vol stront. Naast die schoen lag nog een klein hoopje stront én een vuile sok. Ze keek en kon haar ogen niet geloven. Wat was dit? Ze dacht dat ze droomde, een nachtmerrie had, maar dat was niet zo, de lucht was echt. Zonder twijfel pure stront. Ze liep naar die schoen en heel langzaam drong tot haar door wat er gebeurd was. De hond had ‘gewoon per ongeluk’ in die schoen gescheten. Knap staaltje werk om dat voor elkaar te krijgen. Waarschijnlijk een kwestie van goed mikken.
Tja, hoe ging dat verhaal ook alweer?
Weet je wat we gaan doen?
Poepen in een oude schoen.
Het oplikken en nogeens overdoen.
Dat versje schoot haar zomaar ineens te binnen toen ze de schoen voorzichtig oppakte.
Toen haar zoon terugkwam van het bezorgen en verantwoording moest afleggen waarom hij de boel niet had schoongemaakt was zijn commentaar: ‘Nou, ik moest ander sokken aantrekken, ander schoenen zoeken én op tijd de deur uit. Dat haalde ik écht niet!’ Ja, ja!
Dan maar gewoon een kat nemen???!
Zoals altijd weer enig. Ha ha dat lees je nergens. Maar dat overkomt wel meerdere we praten er alleen niet over! Mooi Marjan zoals jij dat openbreekt super! Gr. Mia
Tja, dit kan inderdaad iedereen overkomen!
This article had me laughing and learning! For those interested, check out: DISCOVER HERE. What’s your take?