Dinsdag 8 December.

Afgelopen zondag gewoon gewerkt, het was rustig en dat is ook logisch rond deze tijd van het jaar. Dus ik zat lekker relaxt een boekje te lezen toen er een man naar binnen kwam, ik schatte hem een jaar of vijftig, niet veel ouder.  Hij liep niet naar de wc, maar bleef vlakbij de deur staan. Ik knikte vriendelijk naar hem, maar hij reageerde niet. Hij bleef gewoon staan waar hij stond.

Ik knikte nogeens maar hij bleef daar staan. Dus wees ik naar de wc deuren en zei: ‘U zoekt het toilet neem ik aan?’

‘Ja,’ zei hij terwijl hij langzaam verder liep. ‘Die zoek ik inderdaad, want ik moet heel nodig.’

‘Nou,’ging ik verder, ‘dan bent u hier goed.’

‘Dat zie ik,’ ging hij verder terwijl hij naar de deuren keek. Onzeker bekeek hij ze en maakte er een open en weer dicht. Verbaasd vroeg ik me af waarom hij niet gewoon naar binnen ging. Ik dacht bij mezelf: moet je nu nodig, of niet ?

Maar goed hij liep naar mij toe en bleef aarzelend voor me staan. ‘Ik heb een probleem.’ begon hij, ‘en ik vraag me af of u me misschien wilt helpen?’

‘Het ligt eraan, als het kan  wil ik u graag helpen.’

‘Mooi,’ zei hij opgelucht, ‘het is zo, ik zou het fijn vinden als u naast me zou willen komen staan, zitten mag ook.’

Ik keek heel onnozel: ‘Hoe bedoelt u?’

‘Nou, het is zo, ik kan alleen maar poepen als er iemand naast me staat, anders gaat het niet.’

Ik schudde mijn hoofd en dacht, ja, nog even!: ‘Dat ga ik niet doen, dat zult u toch echt alleen moeten doen,’ zei ik.

Hij keek me hulpeloos aan: ‘Ik wil u er best iets voor geven, een of twee  euro of zo, want het is echt nodig. U zou me echt een groot plezier doen.’

‘Mijnheer,’ ging ik verder, ‘dat ga ik echt niet doen, dat moet u alleen doen. Ik neem dat u dat heel goed alleen kan.’

Hij schudde zijn hoofd: ‘Nee, dat is nu net het probleem, dat gaat niet, dan kan ik het niet.’

‘Hoezo niet? Dat doet toch iedereen alleen, ja, kleine kinderen niet, maar volwassen mensen wel, zo moeilijk is het niet. U gaat op de pot zitten en…’

Voordat ik mijn zin kom afmaken onderbrak hij me. ‘Ik kan dat écht niet alleen, mijn moeder heeft me dat zo geleerd. Ze zei altijd: “ Lieve schat, als je moet poepen moet je het zeggen, dan kom ik naast je staan, dan gaat het beter.”

‘Dat geloof ik graag,’ ging ik verder, ‘maar dat was  vroeger en lang geleden, nu kunt u het toch wel alleen?’

‘Nee,’ zei hij resoluut, ‘Ik kan het niet zonder dat iemand naast me staat.’

‘Woont u nog bij thuis bij uw moeder?’ Vroeg ik nieuwsgierig.

‘Mijn moeder is overleden,’ zei hij zachtjes en zichtbaar ontroerd.

‘Maar hoe doet u dat dan als u poepen moet?’

‘Ik heb een foto van haar en die hangt op de wc deur. Dus als ik poepen moet dan kijk ik naar haar foto en dan gaat het. Maar nu zou ik het fijn vinden als u me nu wilt helpen, want ik moet héél nodig.’

‘Dat gaat niet gebeuren, maar ik zal u een tip geven, u gaat nu naar de wc en denkt aan uw moeder. Ik weet zeker dat het gaat lukken, heel zeker.’

‘Nee,’ zei hij en liep huilend naar de deur!

Ik weet het niet, maar het zou me niet  verbazen als hij op weg naar huis in zijn broek in zijn broek heeft gescheten!

Please follow and like us:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *