ETEN

Moeten we allemaal, doe je dat niet, ga je dood. De meeste mensen eten drie maal per dag, uitzonderingen daar gelaten. Een baby bijvoorbeeld, eet als hij pas geboren is, zes of zeven keer per dag. Na de maaltijd moet hij een flinke boer laten en krijgt daar een compliment voor. ‘Goed zo, jij bent écht een grote knul.’ Die ‘grote knul’ glundert en, als je pech hebt, spuugt hij even later de halve maaltijd weer uit. Maar die mogen dat.

Als diezelfde baby ouder wordt en nog steeds boert, krijgt hij op zijn mieter. Dat mag niet. Goed, er zijn mensen die zich daar niks van aan hebben getrokken en vrolijk verder boeren. Ze zeggen: ‘Sorry’ en blijven hun hele leven lang boeren. Er zijn ook mensen die poepjes laten tijdens het eten en net doen alsof het doodnormaal is. Anderen smakken en slurpen, praten met volle mond en spugen taaie stukjes vlees op tafel.

De gezamenlijke maaltijd gebruikt iedereen anders. In veel gezinnen schept ieder zijn eigen bord vol en kruipt daar mee voor de tv. Er zijn mensen die dat vreselijk vinden en van de gezamenlijke maaltijd een feest maken. Ze leggen een schoon gesteven tafelkleed op, gebruiken stoffen servetten en gaan keurig netjes aan tafel zitten. Moeders serveert het eten in schalen, pannen komen uiteraard niet op tafel. Dat is a sociaal. Ze scheppen keurig hun eten op en nemen kleine hapjes. Na ieder hapje vegen ze hun mond netjes af en zeggen glimlachend dat het heerlijk smaakt. Ook als het niet te vreten is. Zo hoort dat. Dat zijn de mensen van stand, de kak noemen wij dat.

Er zijn ook mensen die schijt aan de kak hebben en geen tafelkleed gebruiken. Daar gaan de pannen op tafel en valt iedereen aan. De een gebruikt mes en vork, de ander alleen een vork. Ze gaan er goed voor zitten, het liefst voorover gebogen, de linkerarm op tafel langs het bord, de rechter gebruiken ze om het eten naar binnen te schuiven, mét een vork. Dat dan wel, als de vork te vol is, komt die linkerhand in beweging. Die gebruiken ze om  het eten op de vork te schuiven. Hij wordt afgelikt en gaat weer terug naar de plaats waar hij lag. Vlees snijden doen ze alleen als het niet anders kan, maar dan wel in grote stukken. Hoe groter hoe sneller het weggewerkt kan worden. Als het bord leeg is schuiven ze de stoel naar achter, laten een flinke boer en wrijven tevreden over hun, bijna altijd, veel te dikke buik.

Gezinnen met kleine kinderen eten bijna nooit ontspannen. Met argusogen houdt moeders haar kroost in de gaten. Gezellig over koetjes en kalfjes praten is ondenkbaar. Haar taak is erop toe te zien dat alles wordt opgegeten. Dat bord moet leeg, anders krijgen ze geen toetje. Dat ze veel te veel heeft opgeschept, ziet ze niet, of wil het niet zien. Vooral veel groenten, want verse groenten zijn gezond.  Ze mogen ook niet eerder van tafel, en zeker niet naar de wc. Ook al is de nood nog zo hoog. ‘Zitten blijven.’ Vader grijpt in omdat moeder de wanhoop nabij is.

Sommigen gaan extreem ver en zetten de overgebleven restjes eten de volgende ochtend als ontbijt weer op tafel. ‘Je krijgt niets anders, totdat dit op is.’ Jantje zit te kokhalzen, maar moet die smerige troep toch door zijn strot duwen. Want van eten is geen sprake meer.

In een restaurant mag Jantje eten wat hij zelf wilt en als hij het niet op krijgt, mag hij het laten staan. De restjes gaan in een doggy bag, ook als ze geen hond hebben.

Ik ben blij dat ik geen kleine kinderen meer heb, niet met mijn bord voor de tv ga zitten, geen boertjes laat en poepjes ná het eten laat!!!

Soms wel vóór het eten, of…tijdens het opruimen, maar…dat moet kunnen, toch?

 

Marian.

 

PS. Smakelijk eten.

Please follow and like us:

2 antwoorden op “ETEN”

  1. Weer een leuk verhaal, ik denk dat het eten bij een heleboel mensen inderdaad zo gaat. Bij mij niet, ik eet netjes aan tafel hahaha

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *