DELEN.

Het woord doet me denken aan een sinterklaasliedje: “Eerlijk zullen we alles delen,”

En dan zong je er “Ik een beetje meer als jij,” achteraan.

Tja, delen is iets dat je al op jonge leeftijd krijgt geleerd. Uitdelen ook, maar dat is iets anders.

Uitdelen mocht je op school als je jarig was. Dat was feest, snoepjes uitdelen en thuis de verjaardagstaart delen. Die werd dan in stukjes gesneden en ieder kreeg er een. Een vlaai  werd ook gedeeld, normaal gesproken sneed je acht stukjes, maar als je met meer mensen was werden het er meer. Twaalf was de limiet, meer kon echt niet.

Limonade werd ook gedeeld net zoals bier, vroeger werd een flesje bier gedeeld, dat vond iedereen normaal, nu niet meer. Een fles wijn deel je wel, maar daar zit meer in.

Zo zijn er meer dingen om te delen. Kinderen delen niet alleen snoep, maar ook speelgoed. Houten blokken. Lego, knikkers, die dingen lenen zich daar uitstekend voor.

Liefde kan je ook delen, als je pas verliefd bent deel je intimiteit met die ander. Je bent gelukkig en deelt iedereen mede dat je de ware hebt gevonden.

Na een poosje besluit je om samen te gaan wonen. Je bent gelukkig en verliefd, daarom wil je  alles delen, zorgen, vreugde en ook verdriet!

Eten delen is normaal, maar er zijn meer dingen.

Het huishouden bijvoorbeeld, dat is minder. Veel mannen zien dat als de taak van de vrouw. Maar, als je allebei een baan hebt moeten de huishoudelijke taken verdeeld worden.

Bedden verschonen, een rotklus, maar als je samen het bed deelt moet je het ook samen verschonen.

De ramen wassen is moeilijk om te delen. Je kan zeggen: “Ik doe de binnenkant en jij de buitenkant,” of andersom, blijft lastig.

De was doen is ook zo’n ding.  De vuile was in de machine stoppen is een koud kunstje, Dat kan iedereen. Hem eruit halen en in de droger stoppen gaat ook nog, maar strijken is lastiger én meer werk.

Zo zijn er meer dingen die je kunt delen. De tuin, de een maait het gras, de ander trekt het onkruid uit de grond. Planten koop je samen, dat deel je weer. De een koopt ze, de ander zet ze in de grond.

De keukenkastjes schoonmaken kan je ook goed samen doen, die rotklus deel je dus ook.

Kinderen maken doe je ook samen, dat deel je niet met een vreemde. Ze opvoeden en groot brengen deel je wel met anderen. Leraren, opa, oma broertjes en zusjes iedereen draagt bewust of onbewust een steentje bij.

Geld! Oeps! De rekeningen kan je onder elkaar verdelen. Je kan ze ook verscheuren of in de prullenbak gooien, maar ze moeten toch betaald worden. Ook de hypotheek! Die deel je ook!

Een eigen mening hoef  je ook niet te delen, die is van jou. Net zoals die hoop die je in de pot deponeert, die is ook van jou. En niet te vergeten, het vuile maandverband, de vuile zakdoeken, de schoenen waar je mee door de stront hebt gelopen.

Je  partner moet je  niet delen, ook niet als je hem of haar kwijt wilt, dan geef je ze cadeau!