Woensdag 26 Mei.

Wim heeft bericht gehad en hij kan aan de slag als postbode, wel op proef, maar het is in elk geval een begin. Volgende week al kan hij met iemand meelopen omdat hij de wijk die hij krijgt goed moet leren kennen. Het is niet hier in de buurt en dat vind ik wel prettig, het idee alleen al dat hij hier in de straat de post komt bezorgen vind ik ronduit idioot.

Of hij blij is weet ik niet, hij praat er niet veel over, weggaan doet hij wel nog. Als ik iets vraag zegt hij dat hij een stukje gaat lopen. Ja, ja! Natuurlijk vertrouw ik dat niet, dus heb ik gisteren in zijn beurs gekeken en het tientje zakgeld dat ik hem afgelopen zaterdag heb gegeven zat er nog in. Nu vraag ik me natuurlijk van alles af, gaat hij echt alleen maar wandelen, of toch weer naar het casino. Ik weet het echt niet. Het is en blijft moeilijk.

Afgelopen zondag zat ik net lekker te lezen toen ineens mijn nieuwe baas naar binnen kwam lopen. Ik was stomverbaasd en hij ook. ‘Nou,’ begon hij, ‘over toeval gesproken, ik wist dat je als toiletjuffrouw werkte, maar niet dat je hier zat. Ik kom hier wel vaker, meestal als ik een zakelijke bespreking heb, nu ook, dat praat makkelijker.’

Hij lachte heel vriendelijk en keek naar het schoteltje dat op het tafeltje stond. ‘Dat brengt toch niks op, of wel?’

Er lagen precies twee vijftig cent munten op. Ik lachte en pakte ze weg. ‘Weet u,’ begon ik, ‘dat valt best wel mee, zodra iemand iets heeft neergelegd stop ik het in mijn beurs.’

‘Ja, dat begrijp ik, maar dan nog, erg veel zal het nooit zijn.’ Hij keek me aan en schudde zijn hoofd. ‘Dat is toch geen werk voor jou, hier een beetje de stront van een ander opruimen. Waarom zoek je geen ander werk?’

Ik lachte en zei: ‘Sinds kort heb ik een poetsadres erbij en dat bevalt me prima.’ Daar kon hij wel de humor van inzien want hij grinnikte, maar even later werd hij weer serieus.

‘Ik ben blij dat je bij mij schoonmaakt, dat waardeer ik enorm.’ Hij keek om zich heen en deed een stap opzij. ‘Sorry, maar ik ga eerst even naar de wc, dat is nodig.’

Toen hij terugkwam en zijn handen had gewassen kwam hij weer naar me toe. ‘Jouw man is werkeloos, toch?’

‘Nee,’ zei ik, ‘niet meer, hij kan nu beginnen als postbode, volgende  week al.’

Ik zag aan zijn gezicht dat hij nadacht. ‘Tot hoe laat moet je werken?’ Ik keek om me heen en zei: ‘Meestal ben ik zo rond een uur of elf klaar, hoezo?’

‘Zomaar, gewoon belangstelling, maar weet je wat, misschien kunnen we straks samen een kop koffie drinken.’ Ik was stomverbaasd en hakkelde iets van: ‘Leuk.’

‘Mooi,’ zei hij, ‘ dan ga ik nu terug en zie je straks, ik wacht buiten wel op je, goed?’

Toen hij weg was moest ik even bijkomen van de schrik. Mijn nieuwe baas die met mij een kop  koffie wilde gaan drinken! Ik was helemaal van de kaart. Had ook geen leuke kleren aan, gewoon een jeans en een eenvoudige trui, maar goed, ik dacht maak er maar wat van. En ja, hoor! Hij stond inderdaad op me te wachten. Ik was best nerveus, maar hij stelde me meteen op mijn gemak. Vlakbij de zaak ligt een café en daar zijn we koffie gaan drinken. Hij deed heel aardig,vertelde veel, over zijn ex en de scheiding. Ook dat hij veel alleen is en zich vaak eenzaam voelt. Hij zei dat het hem leuk leek om vaker samen koffie te gaan drinken. ‘Gewoon, zonder bijbedoelingen, tenminste als jij dat ook leuk vindt.’ Ik dacht aan Wim en hoe hij zou reageren, maar ik heb toch ja gezegd. Hij heeft mijn telefoon nummer en belt me als hij me wilt  zien. Aan de ene kant lijkt het me leuk, maar ik vind het ook eng.

 

Please follow and like us:

Eén antwoord op “Woensdag 26 Mei.”

Laat een antwoord achter aan tiny Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *