Woensdag 14 Januari

Het eerste dat ik gedaan had toen ik zondag begon was alle spullen die ik nodig had klaar te zetten, emmertje sop, bleekwater, glasreiniger en schuurmiddel.  Het was nog niet druk in de zaak dus ik had alle tijd. Het was alleen jammer dat ik mijn breiwerkje thuis had laten liggen, de Privé had ik wel bij me, maar die had ik al uit. Eventjes kwam ik in de verleiding om naar het restaurant te lopen om te kijken of daar iets lag. De menukaart was het enige dat ik zag liggen, maar die durfde ik niet te pakken. Dus ben ik gaan zitten niksen tot er iemand kwam en dat duurde best lang. De eerste die kwam was een vrouw met een klein meisje, ik schatte haar een jaar of vijf. Ze zag schattig uit, mooie ogen en een leuk gezichtje, maar ook verwend. Dat had ik zo in de gaten, ze begon al met zeuren voordat ze op de wc zat.  ‘Gaan we dadelijk naar huis?’

‘Nee,’ hoorde ik de moeder zeggen, ‘strakjes, we zijn net pas begonnen, ga eerst maar even plassen.’ Toen ze even later van de wc afkwamen en ze haar handjes moest wassen begon ze opnieuw.  ‘Ik wil naar huis.’ De moeder keek niet blij:  ‘Als je lief bent krijg je straks een ijsje.’ Dat hielp niet want ze bleef kwaad kijken: ‘Ik  wil nú een ijsje en dan naar huis,’ ging ze verder. De moeder zuchtte en liep naar de deur, maar dat kindje niet, ze bleef staan waar ze stond. Ik ging recht zitten en keek naar de moeder, dit kon nog spannend worden. Ze liep naar het kindje en pakte haar vast. ‘Liefje,’ ging ze verder, ‘dat kan echt niet, je moet nu meekomen, papa zit op ons te wachten, kom.’ Het hielp niet, ze bleef staan waar ze stond en schudde haar hoofd. ‘Dadelijk ga ik heel hard schreeuwen.’ Even kreeg ik de neiging me ermee te bemoeien. Zo in de trant van, “en nu is het afgelopen, je luistert naar je moeder of ik geef je een pak slaag.” Maar ik kon me beheersen. De moeder was de wanhoop nabij. Ze keek naar mij, maar ik zei niks, deed net alsof het normaal was. ‘Ik laat je niet hier staan, dat kan niet, je moet meekomen. Zometeen krijg je een ijsje en morgen ga ik met je naar de speelgoedwinkel  dan mag je een cadeautje uitzoeken, goed?’ Het kind knikte: ‘Twee,’ zei ze en liep mee naar de deur. ‘Voor deze keer dan,’ zei de moeder.

Vlak voordat ze naar buiten liepen keek het kindje naar mij en lachte triomfantelijk.

Wat een kutblaag, niet te filmen. Ik snap die moeder niet, écht niet. Ik ben blij dat ik Jeroen netjes heb opgevoed, die was altijd blij als hij mee mocht.

Toen ze weg waren gebeurde er niet veel, af en toe kwam iemand naar binnen lopen, maar het was rustig tot een uur of tien. Ik had alles al schoon toen er nog een man naar binnenkwam. Hij bleef lang zitten, heel lang. Ik hoefde ook niet te raden wat er gaande was. Ik hoorde en rook het. Toen hij er eindelijk vanaf kwam en weg was ben ik eens heel voorzichtig gaan kijken. Grote God, de hele pot zat vol met strontresten, zelfs de bril zat nog onder, écht smerig!  Ik moest twee keer boenen en schuren zo’n bende was het. Gelukkig had ik mijn mondkapje opgezet, dat had ik bij me, niet dat het veel hielp, maar het scheelde wel. Ja, dacht ik terwijl ik bezig was, dit is dus het leven van een toiletjuffrouw. Stront ruimen, het was mijn eerste échte smerige bende, maar ik denk, of nee, weet  zeker dat er vast nog veel zullen volgen.

Please follow and like us:

Eén antwoord op “Woensdag 14 Januari”

Laat een antwoord achter aan tiny Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *