WACHTEN.

Ik heb erover nagedacht en denk dat een mens zo ongeveer de helft van zijn leven besteed aan wachten. Het begint al voordat je geboren bent. Je ouders zijn in blijde verwachting en wachten totdat jij ter wereld komt.

Dan begint voor jou het leven en wachten, want hoe kleiner en jonger je bent hoe afhankelijker je bent. Je wacht op alles, want zelf kan je nog niks. Als je goede ouders hebt duurt het wachten nooit lang, andersom wel. Je wacht tot je een schone luier en eten krijgt en zij wachten weer op jouw eerste lachje.

Zodra je groter wordt wacht je weer op andere dingen. Je zit op de pot en wacht totdat ze je eraf halen en je billen schoonmaken. Sommigen wachten zolang tot de rand van de wc bril voor eeuwig in hun billen staat gegraveerd. Maar na een poosje kan je dat allemaal zelf. Dan wacht je daar niet meer op, maar weer op andere dingen. Tot je naar school mag, dat lijkt je leuk, maar na een poosje heb je het wel gezien en wacht je tot de bel gaat en naar huis mag. Maar dan moet je wachten tot je wordt opgehaald, want alleen naar huis gaan mag je nog niet.

Als je groter wordt wacht je weer op andere dingen. Op vrienden die je hoopt te krijgen, op goede rapportcijfers en de vakantie.

Waar je dan ook nog op wacht is je verjaardag, want dan mag je uitdelen en krijg je cadeautjes. Sinterklaas is ook zoiets, als je nog in die man gelooft wacht je vol spanning af of hij je cadeautjes brengt. Op zwarte Piet wacht je niet, want dat is een enge man.

Als je ouder wordt wacht je weer op andere dingen.

Op een baan bijvoorbeeld, sommigen blijven wachten omdat ze  ‘niks geschikts’ kunnen vinden en leven van de bijstand.

Wachten op de bus of de trein  die moet komen en altijd te laat is hoort ook bij het leven.

Wachten op een prijs in de loterij doen ook veel mensen. Ze spelen jaren mee en wachten vergeefs op de hoofdprijs.

Wat minder leuk is, als je een afspraak gemaakt hebt en je geduldig wacht of hij of zij wel komt opdagen. Zakelijke afspraken zijn belangrijk, maar ook dan ben je weer afhankelijk. Je maakt een afspraak en wacht geduldig af op een goede samenwerking.

Op een handtekening wacht je vaak vol spanning, tekent hij/zij nu wel of niet het koopcontract?

Op mooi weer wachten mensen ook heel veel, vooral als ze een tuinfeest willen geven. Dan zeggen ze: ‘Ik hoop dat het in elk geval droog blijft, maar het is en blijft een kwestie van afwachten.’

Liefde en relatie is ook zo’n ding. Vroeger wachtte een vrouw op de man van haar leven, ze zat thuis op de bank geduldig te wachten. Dag in dag uit, jarenlang, totdat ze tot de ontdekking kwam dat wachten geen zin meer had. Tegenwoordig doen ze dat niet meer, ze gaan de deur uit en kijken of ze een leuke vent zien die op haar zit te wachten.

Seks is ook zoiets. Als je een partner hebt die nooit wil, wacht je lang tot je een beurt krijgt, héél lang! Je kunt ook zelf initiatief  tonen en zeggen: ‘Ik wacht niet meer, we doen het nu, of ik zoek een ander.’ Gegarandeerd dat je antwoord krijgt, daar hoef je dan niet op te wachten.

Er zijn ook dingen waar we niet op zitten te wachten, maar die toch gebeuren.

Nare dingen, een examen dat je verpest hebt en dus over moet doen.

Een partner die je bedriegt. Ruzie met je buren. Slecht nieuws. Koud eten.  Een auto die niet wil starten als je op het punt staat naar je werk te gaan. Dieven die je huis leeg halen terwijl je op vakantie bent. Een lekkend dak. Kortsluiting. Regen. Onuitgenodigde gasten. Een lege bankrekening.  En vervelende post, brieven die je het liefst wilt verscheuren, vooral die in die blauwe enveloppen zitten.

Wat mij vervelend lijkt is: Als je dood bent en voor de Hemelpoort staat te wachten tot hij open gaat en Petrus roept: ‘We zitten volgeboekt, wacht maar ff.’

 

Marian.

Please follow and like us:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *